Mon(t) Ventoux

11 mei 2010

Bijna Galerièn…

We zijn al bijna een week in Frankrijk. Vorige week donderdag zijn we aangekomen en tot nu toe hebben we bijna alleen maar grauw en grijs weer gehad. Behalve gisteren, want toen was het helder, zonnig en ruim 20°C. Willem en Lisa hebben zelfs het grootste deel van de middag in het buitenzwembad kunnen zwemmen.

De hele week hebben we natuurlijk het weer en de verwachting scherp in de gaten zitten houden, maar er heeft nog niet een dag bijgezeten dat het bestendig genoeg leek om mijn Galerièn poging te gaan ondernemen. Sterker nog, de hele week heeft de top van de Ventoux, die we vanaf de camping kunnen zien, alleen maar in de mist gelegen. We zitten op 25km afstand en ik heb de hele week nog geen observatoir gezien.

IMG_0320

Omdat het einde van de vakantie in zicht begint te komen, moeten er nu onderhand echter wel knopen doorgehakt gaan worden, dus…. We schrijven vandaag dinsdag 11 mei 2010 en vandaag moet het gaan gebeuren!  Hier heb ik al maanden naartoegetraind, dus IK ben er helemaal klaar voor. Hoe het weer het zal gaan houden, zullen we onderweg wel zien.

Om 5 uur staan we met z’n allen op (ja, met z’n allen; wat mijn gezin allemaal over heeft voor mij !!) en met twee fietsen op het dak rijden we richting Malaucène. Lisa gaat met me mee de bar in om te filmen hoe ik mijn eerste stempeltje van de dag ga halen en om net voor half zeven stap ik op de racefiets voor de eerst beklimming.

De eerste klim loopt lekker, maar dat is ook eigenlijk waarom ik graag vanuit  Malaucène wilde starten. Deze klim ligt me beter dan vanuit Bédoin. Er staat wel heel veel wind. Vooral op de kale stukken heb ik er flink last van.

Regelmatig staan Zohra, Lisa en Willem me op te wachten om me aan te moedigen en te fotograferen / filmen. Het is nog erg rustig op de berg, dus ze kunnen met de auto vaak ook naast me blijven rijden. Een hele steun! Net voor Chalet Liotard ziet Zohra, die op dat moment een klein stukje voor me uitrijdt, twee edelherten de weg oversteken en een klein stukje verderop, als ik voorop rijdt nadat Zohra een foto heeft genomen, zien we ook nog twee gemsen de weg over schieten.

IMG_0325

Afgelopen zondag zijn we met de auto op verkenningstocht geweest en toen hadden we al geconstateerd: na Mont Serein is de weg afgesloten, maar navraag bij de fietsenmaker in Malaucène leert, dat weg voor fietsers wel open is en ook sneeuwvrij. een hele opluchting, want lopen door de sneeuw is geen pretje, dat weet ik nog wel van twee jaar geleden.

Zohra draait met de auto om en rijdt onderlangs via de Col de la Madeleine naar Bédoin. Ik rij om de slagboom heen de mist in. Het maanlandschap is normaal gesproken al een desolate beleving, maar nu is vanwege de mist het zicht beperkt tot ongeveer 5 meter en de stilte ligt als een koude deken over me heen.

De weg is wel sneeuwvrij, maar er ligt nog wel heel veel rotzooi. Niet alleen grote stenen die door de sneeuw de weg opgevoerd zijn, maar ook heel fijn split / kiezel dat hier in Frankrijk wordt gebruikt om de wegen mee te strooien. En die kiezel wordt me fataal: anderhalve kilometer onder de top rijdt ik mijn achterband lek.

IMG_0329

In het maanlandschap heeft de wind vrij spel en er staat nogal wat wind! De temperatuur is ook gezakt tot rond het vriespunt dus het is echt ijzig koud. Zo goed en zo kwaad als het gaat zoek ik wat beschutting tegen de bergwand, maar het kost me toch zeker tien minuten prutsen om mijn achterband te vervangen. Ik ben tot op het bot verkleumd en in de laatste anderhalve kilometer totaan de top lukt het me ook niet meer om mezelf nog warm te fietsen.

Op de top is het uitgestorven. Het winkeltje is dicht en er is echt helemaal NIEMAND. Met volledig verkleumde handen lukt het me om er één twitterbericht uit te persen en snel een foto te maken en dan gooi ik me de afdaling in.

IMG_0330

De afdaling naar Bédoin is verschrikkelijk. De eerste paar honderd meter, tot voorbij de eerste bocht, moet ik lopen, want de wind raast met kracht 9 over de top en op de fiets durf ik die bocht niet te nemen. Na de bocht stap ik op, maar harder dan 25km/u durf ik niet te rijden, want ik moet schuin tegen de wind aanleunen om niet van mijn fiets geblazen te worden en het zicht is nog steeds minder dan 10 meter. “Dit is echt gekkenwerk”, denk ik bij mezelf, “na deze afdaling moet ik verstandig zijn en mijn fiets op het dak van de auto zetten en terug rijden naar de tent…”

Voorbij Chalet Reinard begint de mist langzaamaan minder dik te worden en het laatste stuk vanaf St. Estève voelt de wind ook niet meer zo ijzig koud. Beneden in Bédoin schijn het zonnetje en is het bijna windstil bij 18°C. Bij de auto trek ik alle natte (regen)kleding uit en een schoon en droog pak aan. De mist rond de top lijkt ook wel minder dik te worden. Weet je wat, ik ga gewoon nog één keer naar boven en dan kijken we daarna wel hoe het weer zich verder ontwikkelt…

Ook op de klim door het bos voel ik me prima. Wel duurt het tot ver na St. Estève voordat ik me weer een beetje warm gefietst heb. Het is aan deze kant van de berg erg druk. Waar ik me over verbaas, is dat de meeste fietsers zo licht gekleed zijn en verder ook niets bij zich lijken te hebben. Ik heb natuurlijk de luxe van een volgwagen, maar dat heeft toch niet iedereen? En de meeste mensen die ik hier naar boven zie rijden hebben “korte armen en korte benen” en hooguit een windbreker-vestje bij zich. Ze weten echt NIET wat voor heksenketel ze daar boven te wachten staat!

Bij Chalet Reinard is stop ik even om van Zohra extra kleding aan te nemen. Het zit vanaf hier namelijk weer potdicht van de mist en zij blijft met de kinderen hier wachten. Ik fiets alleen “even” heen en weer naar de top. De omstandigheden zijn vergelijkbaar met de vorige klim: keiharde wind en zicht van ongeveer 10 meter. Ik rij van de ene zwart-geel-gestreepte-paal naar de volgende; verder kan ik niet voor me uitkijken. Als ik ongeveer bij het monument van Tom Simpson ben, begint het er ook nog zachtjes bij te regenen.

Op de top is het winkeltje nu gelukkig wel open en kan ik daar mijn stempeltje halen. Als ik het winkeltje weer uitkom, begint het iets harder te regenen, maar ik zal toch naar beneden moeten. Wederom te voet de eerste bocht om en leunend tegen de wind met een slakkegangetje de berg af.

Nog voordat ik weer terug ben bij het monument van Tom Simpson, barst er een onweersbui los zoals ik nog nooit in mijn hele leven heb meegemaakt: de bliksem en de donder komen op hetzelfde moment, de regen komt met bakken uit de lucht en dat gaat even later over in hagel. Er staat hierboven nog steeds windkracht 9, dus de hagel striemt me horizontaal in mijn gezicht.

Ik ben niet snel bang, en zeker niet van het weer, maar dit wordt zelfs mij een beetje te gortig. Ik zoek naarstig naar een plek om te schuilen, maar die is hier nergens te vinden. Ja, vlakbij de Fontaine de la Grave, maar dan hoeft het al niet meer. Ik rij dat laatste stukje nog wel even door.

Bij Chalet Reinard staat Zohra met de kinderen in de auto op me te wachten. Ik tik op het raam en vraag of ze even mee naar binnen komt. Helemaal doorweekt en door-en-door verkleumd strompel ik het Chalet binnen. Ik pas er nog maar net bij, zo druk is het er: allemaal doorweekte, blauwe fietsers. De angst voor het onweer zit me nog in mijn benen en ik twijfel weer of het wel zo verstandig is om dit door te zetten.

De ergste bui wachten we binnen af en als de lucht een beetje opklaart, spring ik weer op de fiets. Ik maak in ieder geval mijn tweede afdaling naar Bédoin af en daar zien we wel weer verder. Beneden in Bédoin schijn het zonnetje en is het bijna windstil bij 18°C. Bij de auto trek ik alle natte (regen)kleding uit en een schoon en droog pak aan. De mist rond de top lijkt dit keer niet veel minder dik, maar dat was de vorige keer ook maar schijn. Weet je wat, ik ga gewoon nog één keer naar boven en dan kijken we daarna wel hoe het weer zich verder ontwikkelt…

IMG_4771

Alweer duurt het tot na St. Estève voordat ik me weer een beetje warm gefietst heb. Aan het begin van de Route des Cèdres staat Zohra op me te wachten en verwissel ik mijn racefiets voor de MTB. Op de klim vanuit Bédoin was het al beduidend rustiger dan eerder op de dag, maar op de Route Forestière is het echt helemaal uitgestorven. Ik merk ook aan mezelf dat alle inspanning van deze dag zijn tol begint te eisen: ik begin te praten tegen de rupsen die her en der in lange colonnes het pad oversteken.

Aan het pad door het bos lijkt geen einde te komen. Elke keer denk ik een bepaald punt herkennen van de vorige keer waaraan ik meen te mogen ontlenen dat het na deze bocht wat vlakker wordt, maar elke keer stijgt het pad verder en verder de mist in.

IMG_0332

Na een eindeloze martegang kom ik uiteindelijk bij de Tournant de l'Anglais (iets boven Mont Serein) het bos uit. Ik probeer Zohra te bellen en te SMS-en dat ik veilig het bos uit ben en over de weg verder ga, maar ik krijg geen contact.

Op de top is het nog steeds koud en mistig en de wind blaast onverminderd voort. Het winkeltje is weer dicht en de top ligt er weer verlaten bij. Voor de derde keer hetzelfde ritueel in de afdaling: lopend de eerste bocht door en daarna met een slakkegangetje naar beneden richting Chalet Reinard. Het dalen op de MTB bevalt me wel een stuk beter dan op de racefiets! Op de MTB zit ik rechter op en kan ik met mijn verkleumde vingers de remmen makkelijker bedienen: een veel ontspannender houding.

Mijn pogingen om te bellen en SMS-en hebben meer kwaad dan goed gedaan, blijkt nu, want Zohra kon mij daarna niet bereiken, dacht dat er iets mis was en is met de auto naar de top gereden. Toen ik daar niet was, door de potdichte mist weer terug naar beneden naar Chalet Reinard; een hachelijke onderneming in dit weer, zeker met twee kids op achterbank... Uiteindelijk is ze er een paar minuten voor mij.

Als ik aankom, staat Zohra te praten met de familie Willemse. Hans Willemse is Cannibale nr. 6 en wilde deze week Galerièn gaan rijden, maar heeft daarvan afgezien vanwege het weer. Heel verstandig! De familie Willemse is ook gekomen om Aart Keijer te ondersteunen die later deze week als eerst ter wereld Cinglé op de tandem zal rijden, samen met zijn vriendin Angèle.

De afdaling naar Sault gaat in een flow! Lekker lopende bochten en überveel grip met de dikke noppenbanden van mijn MTB: heerlijk! Beneden aangekomen is het voor de zoveelste keer deze dag “decision time”. Even de afwegingen op een rij:

Het is inmiddels half zeven ‘s avonds. Als ik nu nog terug naar boven ga, ben ik rond 9 uur boven en moet ik in de laatste afdaling niet alleen de kou, de wind, de mist en wellicht de regen en hagel trotseren, maar dan is het ook nog eens pikdonker. Ook de schrik voor het plotselinge noodweer tijdens mijn tweede afdaling zit er nog een beetje in. Fysiek en mentaal zit de vierde klim er ZEKER in, maar de onzekerheid over de weeromstandigheden nopen mij forfait te geven. Ik ben namelijk eerst vader en echtgenoot, dan pas fietser.

De veiligheid van mijn gezin is nu belangrijker. Ik besluit dat het mooi is geweest voor vandaag.
In de auto op de terugweg, vlak voordat we bij de camping zijn, kijken we nog één keer om naar de Ventoux. En wat schets onze verbazing: daar zien we het observatoir. Voor de eerst keer deze week zien we het observatoir. Het ligt in het zonnetje en als je goed kijkt, zie je dat de Ventoux ligt te lachen….

IMG_4776

Nog een paar spreuken / wijsheden die vandaag maar al te waar zijn gebleken:

Quand le Ventoux porte son chapeau, il pleuvra bientôt - Als de Ventoux zijn hoed draagt, zal het weldra regenen

N'est pas fou qui monte au Ventoux, mais est bien fou qui y retourne - Je bent niet gek als je de Ventoux beklimt, maar gestoord als je het nog eens doet

Le Ventoux ne donne pas des cadeaux – De Ventoux geeft geen kadootjes

Eigen conditie: uitstekend
Weer: variërend van droog, 18°C, windstil tot hagel/slagregen/onweer, 4°C, wind:ZW9
Resultaten: 137,6km / 9:24:48u / 7175kCal

5 mei 2010

Wetmatigheden…

Nadat ik in mei 2008 Cinglé du Mont Ventoux gereden had, schijn ik iets gemompeld te hebben in de trant van "Dit doe ik nooit meer”. Mijn selectief geheugen verbied mij om me daar nog iets van te herinneren, maar ik blijk het in een vlaag van verstandsverbijstering zelfs opgeschreven te hebben.

Nog datzelfde jaar kroop het bloed waar het niet gaan kon; mede op instigatie van Monsieur Pic die in zijn homolagation-briefje suggereerde “ l’ année prochain Galerièn?” vrij vertaald: volgend jaar Galerièn?
Waarom zou ik een jaar wachten? In hetzelfde jaar kan ook toch? Dat klinkt wel stoer! Toch?

Alleen een beetje jammer dat mijn lijf weigerde mee te werken. Mijn trainingsprogramma klopte welliswaar tot in de puntjes, maar barre weersomstandigheden doen me de das om: tijdens de Reuzen van de Ardennen loop ik door kou en regen een blessure op aan mijn rechter knie op en die raak ik niet meer kwijt. Ik probeer in San Francisco nog wel aan mijn trainingskilometers te komen, maar ook dat mag niet baten; het werkt eerder averechts en ik moet de hele Ventoux-trip dat jaar afblazen.

Een jaar later:zomer 2009. Ik rij eerst de IJselmeerronde om kilometers in de benen te krijgen en dan de Heuveltocht, vanuit Weesp om wat hoogtemeters te maken. daarna heb ik nog een vrij vol programma op de planning staan, want ik wil in september toch echt een poging wagen om Galerièn te rijden. Maar de praktijk blijkt ook nu iets weerbarstiger.

Tijdens de Ronde van Midden Nederland hapert mijn versnellingsapparaat regelmatig en dat resulteert in min of meer dezelfde blessure aan dezelfde knie. In plaats van mijn trainingsprogramma te volgen, pak ik de resterende weken tot begin september zoveel mogelijk rust, maar het mag helaas niet baten.

De eerste dag in Frankrijk rij ik nog wel met Gert Jan samen de Route des Cèdres (de mountainbike-klim) bij wijze van verkenning, maar de volgende dag moet ik mijn Galerièn-poging halverwege staken vanwege onoverkomelijke KRAMP.

Langzaamaan begin ik me af te vragen hoe te me in vredesnaam gelukt is om in mei 2008 dan wel Cinglé te rijden… Dat lukte “gewoon” in een keer. Waarom moet het met die Galerièn dan allemaal zo moeilijk zijn? Ik snap er werkelijk waar geen barst van…

Nog een half jaar later: we schrijven inmiddels najaar/winter 2009/2010. Die Kale Berg blijft lokken! Vraag me niet waarom, maar het MOET er gewoon een keer van komen. In september 2009 had ik het al gezegd: “I'll be back”, dus ik stel een nieuw trainingsschema op en zet nog één keer alles op alles om Galerièn te rijden.

Ik heb een nieuwe MTB gekocht om de winter mee door te komen en dat is maar goed ook, want het is nogal een winter. De sneeuw valt meters dik uit de hemel, maar ik fiets gewoon door. Twee keer (1, 2) kom ik hard ten val, maar ik beschadig gelukkig niets vitaals en kan dus gewoon doortrainen.
Begin maart mag ik met Fiets voor de lezerstest (m.i. 4-daags trainingskamp / hoogtestage) mee naar Toscane (1, 2, 3, 4). Daarna volgen de Joop Zoetemelk Classic, de Ronde van Vlaanderen en de Amstel Gold Race. De weekenden ertussen vul ik op met trainingsritjes over de Utrechtse Heuvelrug richting Venlo en over de Aardmansberg.

Tijdens de Ronde van Vlaanderen krijg ik, waarschijnlijk als gevolg van de kou/regen/hagel/natte sneeuw, last van mijn linker achillespees. Ik doe eerst alsof er niets aan de hand is en fiets ermee door tot na de Amstel Gold Race, maar dan dringt het besef langzaam tot me door: als ik hier niets aan doe, kan ik ook deze Galerièn-poging op mijn buik schrijven. Gelukkig weet de fysiotherapeut daar wel raad mee en na het consequent uitvoeren van de oefeningen die hij me heeft meegegeven, lijkt het acute gevaar nu geweken.

Dit is inmiddels de derde keer dat ik Monsieur Pic een briefje heb geshreven dat ik graag Galerièn wil gaan rijden. De eerste keer ben ik niet eens in de buurt van de Ventoux geweest, de tweede keer ben ik twee keer naar boven gereden. 0 - 2 - 4 .... Volgens de mathematische wetmatigheden waar dit universum aan onderhevig is, lijkt het mij nu dus veilig om te concluderen:

DEZE KEER GAAT HET LUKKEN !!!!