Mon(t) Ventoux

2 mei 2008

Cinglé du Mont Ventoux



Na 1991 heb ik niet meer op een racefiets gezeten, totdat ik eind mei 2007 weer met het virus besmet raakte. In september van datzelfde jaar ben ik met een aantal collega's in uiterst barre weersomstandigheden één keer vanuit Bedoin naar naar de top van de Mont Ventoux geklommen. Dit jaar ging ik voor de Cinglé!

Vrijdag 2 mei 2008

7:30 We komen aan in Malaucène. Fiets uitpakken, fietskleren aan, stempeltje halen in de kroeg en starten maar.

7:45 Ik sla de verkeerde weg in en herken niets. Twijfel wordt zekerheid zodra de weg begint de dalen. Navraag bij een Frans boertje leert dat ik inderdaad op een doodlopend weggetje zit, en zeker niet op weg ben naar de top van de Mont Ventoux. Terug naar Malaucène dus.

8:03 Herkansing! Ik sla nu de juiste weg in en begin spontaan van alles te herkennen. Dat geeft een goed gevoel. Het eerste deel van de beklimming loopt lekker. Dan volgt een stuk met hellingspercentages van 10 tot 12% en dat is te voelen ook. Dit stuk loopt voor geen meter! Als dit maatgevend is voor mijn vorm van vandaag, weet ik nog niet of ik straks het bos vanuit Bedoin wel overleef.



Zohra en de kinderen staan regelmatig langs de kant van de weg om me aan te moedigen en dat helpt! Bij Chalet Liotard draait Zohra om en gaat vast op weg naar Bedoin want net na het chalet is de "Route barré" en er zijn er blokken dwars over de weg gezet om het verkeer tegen te houden. Op de fiets kan ik erlangs. Na de eerste bocht moet ik ook nog onder een slagboom doorkruipen. Vanaf hier ligt er vrijwel overal sneeuw langs de kant van de weg, maar de weg zelf is vooralsnog sneeuwvrij. De laatste twee kilometer is het toch stappen geblazen; de sneeuw ligt hier nog zeker 10 centimeter dik op de weg. Vanaf de laatste bocht naar het observatoir is de weg weer vrij zodat ik toch fietsend de top kan bereiken.

10:30 Dat is één. 2,5 uur inclusief wandelen; ik mag niet ontevreden zijn. Ik trek mijn windbreker aan, zet mijn helm op en duik meteen de afdaling in. In een half uur zoef ik naar Bedoin. Massa's mensen komen me tegemoet; het is druk op de berg vandaag.

11:02 Ik tref Zohra en de kids op een parkeerplaats in Bedoin. Mijn linker schoenplaatje heeft het tijdens de wandeling door de sneeuw begeven. Gelukkig heeft de plaatselijke fietsenmaker nog een setje liggen. Ook het stempeltje haal ik daar. Na wat prutswerk aan mijn schoenen kan ik aan de tweede klim beginnen.

11:52 Rustig pedalerend rij ik naar Saint Estève en draai daar linksaf het bos met pijnbomen in. Na een kilometer weet ik het weer: dit is inderdaad een PIJNbos. Maar vergeleken met de vorige keer gaat het echt stukken beter: ik kan bjina het hele bos door 8,5 à 9 km/u blijven fietsen en ik passer meer fietsers dan dat ik word gepasseerd. En bij de meeste keren dat Zohra en de kids staan aan te moedigen heb ik zelfs nog een beetje lucht over om iets terug te zeggen.



Bij Chalet Reinard pak ik een momentje rust. Tot nu toe gaat alles veel beter dan ik verwacht had; nu het maanlandschap nog. Ook dat loopt in eerste instantie erg lekker. 7% voelt weldadig na 10 km van 10%. Na de eerste bocht is het zicht op het observatoir echt fantastisch. Het hele maandlandschap lang lukt het me om 9 à 10 km/u te rijden. Ik zwaai nog even naar Tom; die heb ik net op weg naar beneden gemist. De laatste bocht en dan dat "leuke stukje" 11% en ik ben boven.



14:04 Dat is twee! 2:12 - 4 minuten rust bij Chalet Reinard = 2:08: wederom tevreden! Windbreker aan en helm op en afdalen naar Sault. Deze afdaling is na Chalet Reinard eigenlijk heel vervelend. Het gaat net niet steil genoeg dus ik moet constant bijtrappen. Tot overmaat van ramp moet ik de laatste kilometer naar Sault ook nog klimmen! In een kroeg scoor ik een stempeltje en hijs me op de fiets voor de laatste klim.

15:10 Zohra rijdt vanuit Sault hele stukken naast of vlak achter me en ik laat de trappers rondgaan op het ritme van de muziek van Chipz!, de favoriete CD van de kids. Het gaat hier steiler dan ik me uit de afdaling kan herinneren en mijn rug doet pijn. Ik beloof mezelf een kleine pauze als ik op de helft van Sault naar Chalet Reinard ben. Vervolgens bedenk ik dat dit de "mietjesklim" wordt genoemd en vraag me af wat ik dan ben als ik hier niet in staat ben om met een beetje tempo omhoog te fietsen. Dat ik al 100 km en meer dan 3000 hoogtemeters in de benen heb vandaag, dringt op dat moment even niet tot me door. Het is als zovaak: klimmen en logisch denken gaat niet goed samen. Ongeveer op het punt waar ik mijn pauze gepland had, staat Zohra met de auto op een parkeerhaventje; komt dat even goed uit. Ik recht mijn rug (alsof dat nu nog helpt) en eet en drink nog wat. Hierna gaat het verrassend makkelijk. Komt natuurlijk omdat het hier wat afvlakt, maar toch. Totaan Chalet Reinard fiets ik vrij makkelijk door met snelheden van vaak meer dan 20 km/u. Bij Chalet Reinard gun ik mezelf nog een paar minuten rust om moed verzamelen. Dan gaat het weer het maanlandschap in.



Het doet nu echt pijn. Voor me fiets een Belg. Ik bijt me vast in zijn wiel. Zijn vrouw staat op dezelfde punten aan te moedigen als Zohra. Na drie bochten moet ik hem laten gaan. "Klimmen moet je in je eigen tempo doen", zeg ik tegen mezelf, maar eigenlijk zit ik er gewoon doorheen. Mijn rug doet nu serieus PIJN! Ik moet mezelf nu echt dwingen om door te fietsen. Hoewel, met fietsen heeft dit niets meer te maken. Bij Tom stop ik nog even; even uithijgen en mijn rug rechten. Nu nog anderhalve kilometer. Op pure wilskracht. Ik zwalk de laatste bocht om en hark tegen het laatste stukje 11% op. Op mijn tandvlees sleep ik mezelf over de streep en steek drie vingers in de lucht. Zohra en de kids staan voor me te juichen!



17:30 En dat is DRIE!! Na heel even misslijk over mijn stuur gehangen te hebben, begint het besef door te dringen dat ik het gehaald heb. Ik ben nu officieel een malloot! Cinglé du Mont Ventoux. Jas aan, windbreker aan, helm op en eerst twee kilomter stappen door de sneeuw.



Verderop nog even onder de slagboom door en langs de afzettingsblokken; dan kan de echte afdaling beginnen. Wat een heerlijke racebaan is dit toch. Ik zit volop te genieten en kan het niet laten om bij het passeren van het bordje 12% keihard uit te roepen: "Bommetjeeeee....". Het gaat met 78 km/u dan ook tamelijk hard hier. Ik blijf grijnzen, ook als ik de vliegen tegen mijn tanden kapot voel spatten; opeens is fietsen weer leuk! Heelhuids weet ik uiteindelijk Malaucène te bereiken; ik klok af op 18:30.
Ik leg mijn fiets in de auto en geef Zohra en de kids een knuffel; hun steun de hele dag door was echt geweldig; dat heeft me er op de heel slechte momenten echt doorheen gesleept.

Het heeft me uiteindelijk anderhalf uur minder gekost dan ik vantevoren ingeschat had. Monsieur Pic had in zijn brief geschreven dat de Mont Ventoux aan niemand kadootjes geeft, maar met het weer heb ik wel vreselijk mazzel gehad. Met in het dal een temperatuur van 25 en op de top van ca 15 graden en de hele dag nauwelijks wind heeft in ieder geval zeker niet tegen gezeten.

Op de terugweg in de auto zeg ik uitgeput tegen Zohra: "Dit doe ik nooit meer, drie keer op één dag de Mont Ventoux". Even blijft het stil en dan vraagt ze liefjes: "Volgende keer ga je voor de vier keer, bedoel je?" Dat bedoelde ik niet, maar .... Ik vouw mijn trui onder mijn hoofd en doe mijn ogen dicht; ik geef nu nog even geen antwoord...

Geen opmerkingen: