Mon(t) Ventoux

19 april 2008

Amstel Gold Race



Tijdens de Veluwe Heuveltocht van 12 april fietste ik met twee gasten op die aan het trainen waren voor de Amstel Gold Race. Ik wist dat de startbewijzen al weken uitverkocht waren, maar het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan. Via marktplaats had ik keus uit Breda en Wolvega om een tweedehands startbewijs te bemachtigen. De ene in Wolvega heb ik donderdagavond zelf opgehaald, de andere heeft Raphaël opgehaald.

Om 7 uur treffen Raaf en ik elkaar bij de start in Valkenburg. De wagen van de ploegleiding (zijn ouders) volgt ons de hele dag over het parcours.



Op de eerste beklimming (Geulhemmerberg) merk ik dat ik na het vervangen van mijn ketting en cassette eerder deze week, de boel niet goed heb afgesteld. De meest linkse 5 kransjes zijn volledig onbruikbaar. Het klinkt natuurlijk wel stoer: "De Haan hield zijn 17-19-21-24-27 schoon", maar echt praktisch is het natuurlijk niet met alle beklimmingen die we nog voor de boeg hebben. In Elsloo volgt de tweede klim, de Maasberg.



Dit is één van de weinige ECHTE muren in Nederland, compleet met kasseien, een kerk onderaan en kapelletje bovenop. Bovenaan de klim staat een motormuis van Shimano; ik vraag of hij mijn brakke versnellingsapparaat kan repareren, maar dat kan hij niet. Hij geeft me wel het adres van een fietsenmaker in Schimmert; dat is nog 20 kilometer en twee beklimmingen verder...

We rijden de bebouwde kom van Schimmert binnen gelijktijdig met een man met een jasje van "Fietsspecialist Jos Feron" achterop; we volgen hem naar de winkel. We moeten nog even wachten tot hij de zaak heeft geopend, maar de geboden service is het wachten meer dan waard. Wat een vakman!! Het is overduidelijk dat deze man van zijn hobby zijn beroep heeft gemaakt; ook zijn wollen Bianchi koerstruitje verraad iets in die richting. Met een fiets die letterlijk "rijdt als een nieuwe" vervolgen we onze weg. Bovenop de Fromberg (wat loopt die lekker, zeg) staat een camera.



Bij de eerste doorkomst door Valkenburg worden we door de ploegleiding getrakteerd op een overheerlijke kop koffie. Na Valkenburg, in de zuidlus, gaat het mis: het begint hoe langer hoe harder te regenen en, mede daardoor, mis ik in de afdaling van de Gulpenerberg een pijl. Ik vraag in het centrum van Gulpen (nee, daar komt de route inderdaad helemaal niet) de weg. Na een kleine omweg pik ik de route weer op, maar net na Mechelen gaat het weer fout. Iemand heeft waarschijnlijk een pijl weggehaald, want met minstens 50 verdwaasd kijkende en zoekende fietsers staan we midden in Epen en daar hadden we met een grote boog door België omheen moeten rijden. Net buiten Epen pikken we de route weer op; we missen ongeveer 10 kilometer en de beklimmingen van de Schweiberg en de Kasteelstraat. Raaf probeert liever op zijn eigen tempo de tocht uit te fietsen, dus ik ga aleen verder.

Op de Camerig krijg ik van een stel dronken studenten op een huifkar (nog zihtbaar op de achtergrond) een fles pils aangeboden, maar ik pas even. Ik heb al mijn aandacht bij de klim nodig.



In de afdaling van de Vaalserberg haak ik aan bij een groepje van 5 Belgen. Samen rossen we de Kruisberg en de Eyserbosweg over. Op de Huls rijdt één van hen lek en sta ik weer alleen voor. Ik verbaas me erover dat de Fromberg nog steeds lekker loopt, ook al gaat het beduidend minder hard dan vanochtend. Niet verbazingwekkend natuurlijk, want ik heb er nu inmiddels 225 kilometer opzitten. Bovenop de Fromberg bel ik naar huis, omdat ik weet dat er in de klim van de Keutenberg een webcam opgesteld staat.

Een goeie 10 minuten later begin ik aan de Keutenberg. Wat een vreselijk rotding is dit! Afstappen is geen optie, want de hele familie zit via internet te kijken hoe ik mezelf naar boven worstel.



Ik weet fietsend boven te geraken en zie bij de eerste huizen van het gehucht boven op de berg een fietser kotsend over zijn stuur hangen. Ik ben zelf ook een doekje, maar zo erg is het gelukkig nog niet met me. Na een stuk fietsen over het hoogland, draaien we Sibbe in. Wat nu volgt, is een feest van herkenning. De afdaling richting Valkenburg gaat over de Sibbegrubbe en die ziet er nog precies zo uit als mijn inmiddels ruim 25 jaar oude herinnering.

In Valkenburg lukt het me nog om verkeerd te rijden. Ik ben na 240 kilometer niet zo helder meer. De beklimming van de Cauberg gaat in een roes. De mensen die, zelfs nu na zeven uur, nog langs de kant staan, schreeuwen me omhoog naar de finish. Als ik net over de finish ben, krijg ik een felicitatie SMS van Henk Heddama, de man van wie ik mijn startbewijs overgenomen heb. De techniek staat voor nix...

Al met al een prachtige rit, alleen het weer heeft niet de hele dag even lekker meegewerkt. Het is me heel erg meegevallen, vooral het klimmen. De Keutenberg is vergelijkbaar met de Côte des Hezalles en daar moest ik er vorig jaar september nog af. Dat is me vandaag nergens gebeurd en met een tevreden gevoel kijk ik terug op een prachtige dag.

12 april 2008

Veluwe Heuveltocht

Al vrij vlot na de start haak ik aan bij een groepje van een man of zeven. Later blijkt dat het er vijf zijn waar twee anderen ook bij aangehaakt zijn. Als één van "de vijf" lek rijdt, gaan we met z'n drieën verder. We zijn, zeker op het vlak, redelijk aan elkaar gewaagd en we zullen de rest van de dag met elkaar oprijden.

De meeste beklimmingen lopen lekker, maar in de klim van de Emmapyramide moet ik toch lossen uit het peletonnetje waar we in zitten. Sjacherijnig probeer ik de opgelopen achterstand in de afzink goed te maken, maar dat komt me duur te staan. Ik zie de eerste bocht, een onvervalste haarspeld, te laat aankomen en rem dus ook veel te laat. Mijn achterwiel blokkeert en slipt over de pas geasfalteerde weg. Uit angst om op het asfalt al ten val te komen, laat ik mijn rem los en stuur tussen twee bomen door, in bijna volle vaart het bos in. Een meter of 5 lager land ik op m'n kop in het bos. Een eerste voorzichtige inspectie leert dat alles het nog doet en dat ik niets gebroken heb. Ook mijn fiets is niet beschadigd, dus ik klauter het bos uit, terug naar de weg. Als ik de afdaling bijna af ben, voel ik het rechterpootje van mijn bril nog achter mijn oor zitten. De rest van de bril heb ik nooit meer terug gezien. Mijn "gelegenheidsfietsmaten" vind ik onderaan de afzink wel weer terug.

Heel veel echte heuvels hebben we de rest van de dag niet meer gezien. De route over de Veluwe is werkelijk schitterend en het gaat vaak wel op en neer, maar de Posbank blijft letterlijk het hoogtepunt.

Het grootste deel van de route loopt door de bossen, maar op het laatst moeten we de IJselvallei nog oversteken om terug te geraken in Twello. Er is een Duitser bij ons gezelschapje aangehaakt en kop-over-kop stayeren we met z'n vieren terug naar de finish.