Mon(t) Ventoux

4 september 2009

Halve Galerièn

Vandaag moet het gebeuren! Hier heb ik maanden naartoe getraind, dit is het moment van de waarheid. Dat zijn zomaar wat gedachten die door mijn hoofd schieten als 's morgens om 5:30uur de wekker afloopt. We beginnen de dag met ontbijten, VEEL ontbijten, en dan nog een beetje ontbijten...

Om een uur of zeven is iedereen zover en we rijden gezamelijk (Gert Jan, Raphaël, Matthijn, Jan en ik) vanuit Puyméras naar Maulaucène. Het is maar 15 kilometer en er zit niet al teveel hoogteverschil in dit stuk. Een ideaal stukje om even warm te rijden, dus. In Malaucène doen we even een kopje koffie en dan "geht's loss".

Na anderhalve bocht ben ik Gert Jan al kwijt, maar dat is geen bezwaar; klimmen moet je vooral in je eigen tempo doen. De klim loopt verder erg lekker. In iets meer dan twee uur tijd fiets ik naar boven en ik voel me geweldig. Dit is voor mij de eerste keer in mijn leven dat ik in één ruk naar de top fiets zonder ergens te stoppen.

Licht euforisch begin ik aan de afdaling naar Bédoin. Tijdens de afdaling wordt de euforie alleen maar groter. De adrenaline giert door mijn lijf als ik op sommige stukken snelheden tot boven de 75km/u haal. Beneden in Bédoin aangekomen zit Gert Jan al aan de koffie. Hij wordt vergezeld door Ellen (een collega) en haar man Jaap. Navraag leert dat ik op de top slechts 5 minuten achter lag op Gert Jan. Ik ben trots op mij... Snel een kop koffie en de bidons vullen met sportdrank en dan weer omhoog.

De eerste 5 km vanuit Bédoin zijn vals plat door het boerenland langs de voet van de berg; het stijgingspercentage komt hier niet boven de 5%, dus dat loopt lekker. Bij Saint Estève draait de weg naar links en daar begint "het bos". De eerste 3km van dat bos heb gisteren ook al gefiets. Nu gaat het echter ook na die 3km verder over de weg en het stijgingspercentage blijft constant om en nabij de 10%. Bart Aardema beschrijft het in zijn "Berggids voor fietsers" heel treffend: 'een kleine groene hel met een zwarte streep asfalt'. Het duurt niet lang voordat ik het weer weet: ik HAAT dit bos.

Als ik in een bocht naar links een parkeerplek zie, stop ik even om de druk van mijn benen te laten. Er begint zich een onaangenaam gevoel van kramp aan te dienen. Van een Belgisch meisje dat haar vader staat aan te moedigen, krijg ik een Dextro. "Die meneer ziet eruit alsof hij het nodig heeft", aldus haar moeder... Ik hijs mezelf weer op de fiets, maar de krampverschijnselen in mijn rechter dijbeen (Quadriseps) blijven opspelen en ook hierna moet ik nog regelmatig van de fiets omdat de kramp te erg wordt.

Drie bochten na Chalet Reinard, bij de Fontaine de la Grave, gaat het helemaal mis. Ik stop en sta met mijn fiets tussen mijn benen, niet in staat om een vin te verroeren. Dit is de moeder aller krampen!! Omdat ik niet weet hoe ik van mijn fiets af moet komen en staan teveel pijn doet, laat ik me met fiets en al omvallen op de kale rotsen. Ik moet zeker een kwartier DOODstil naast de weg blijven zitten, omdat ik verga van de kramp. Boven mijn knie is de spier helemaal samengetrokken en als ik beweeg, rek of strek wordt het alleen maar erger...

Als de kramp iets minder is geworden, probeer ik met rekken en strekken weer wat beweging in mijn been te krijgen. Voorzicht sta ik op en zet wat druk het been. Heel langzaam gaat het een beetje beter. Ik klim voorzichtig weer op de fiets en hark verder door het maanlandschap. Tranen rollen over mijn wangen, niet alleen van de pijn,maar ik besef ook dat ik mijn Galerièn-poging vandaag gerust op mijn buik kan schrijven. Regelmatig stoppend en langzaam fietsend weet ik uiteindelijk de top te bereiken.

Een stuk minder euforisch dan een paar uur eerder begin ik aan de afdaling, weer naar Bèdoin. Via SMS laat ik Gert Jan weten dat ik het voor gezien hou voor vandaag. We ontmoeten elkaar aan het begin van de Route dès Cedres. Hij is al in Bèdoin geweest en heeft van daar uit al weer 8 kilometer geklommen. Ik maak de afdaling naar Bèdoin nog wel af en stap daar in de bus. De rest van de dag ben ik navigator/bijrijder voor Ruud en supporter/begeleider voor Gert Jan...

Aan het eind van de dag staan we na Gert Jan's vierde beklimming nagenoeg in het donker op de top van de Ventoux. Gert Jan is uitgewoond en kan wel wat steun gebruiken. Dus ik trek mijn racefiets uit de bus en samen dalen we, in het schijnsel van de koplampen van de bus achter ons, naar Malaucène. Een hachelijk avontuur gegeven de duisternis en de harde wind, maar ook een heel bijzondere ervaring!!



Natuurlijk was het een enorme teleurstelling dat mijn Galerièn-poging in duigen is gevallen, maar uiteindelijk is het wel een overgetelijke dag geworden.

I'll be back !!!

Eigen conditie:K-KRAMP
Track conditie:steil
Weer:droog en zonnig, 28°C
Resultaten:116,9km / 06:51:37u / 5273kCal

3 september 2009

Ventoux per MTB

De aanloop naar de jaarlijkse Ventoux-trip verloopt dit jaar ook weer moeizaam. Tijdens de Ronde van Midden Nederland rij ik meer dan de helft van de 160km. met een haperend versnellingsapparaat waardoor ik veel te zwaar tegen de harde wind in moet trappen. Mijn knie heeft hier danig van te lijden gehad en ik loop vanaf maandag al met een band om mijn rechter knie. Spookbeelden van vorig jaar jagen door mijn hoofd. Toen moest ik met pijn in mijn knie (en nog meer pijn in het hart) de hele Ventoux-trip laten schieten. Dit is niet goed voor het moreel....

Op woensdag 2 september rijden we naar Puyméras en strijken neer in Maison Erhoefnix. De volgende dag rijden we met z'n vijven (Gert Jan, Raphaël, Matthijn, Jan (Pa Tromp) en ik) naar beneden richting dorp. We spiltsen direct: Gert Jan en ik rijden richting Malaucène en de rest draait rechtsaf de Col de Propiac op.

In Malaucène treffen we Ruud met de bus. Gert Jan en ik huren daar bij de LBS (Local Bike Store) een mountainbike, want we zijn allebei van plan om de volgende dag Galerièn te rijden: vier keer de Ventoux op, waarvan 1 keer op de MTB. De drie beklimmingen over de weg hebben we allebei al eens gereden, we zijn tenslotte allebei al Cinglé. De Route Forestière daarentegen hebben we geen van beiden ooit gereden; die gaan we vandaag dus maar eens verkennen. We gooien in Malaucène wel alle fietsen achterin de bus en rijden naar Bédoin; we willen ons kruit nog even droog houden voor morgen en laten de Col de Madeleine vandaag dus nog even liggen...

In Bédoin stappen we op de racefiets en rijden door tot ongeveer drie kilometer na Saint Estève; daar treffen we Ruud aan het begin van de Route Forestière. Deze drie kilometer zijn precies genoeg om me in herinnering te brengen wat een onzettende hekel ik heb aan "het bos"! We parkeren de racefiets achterin de bus en gaan verder op de MTB. Het eerste stuk van de bosweg is nog redelijk goed begaanbaar. Je kunt hier nog duidelijk zien dat het vroeger een geasfalteerde weg is geweest, maar daar komt na twee bochten drastisch verandering in. Er is hier nauwelijks meer sprake van een weg: asfalt is er nergens meer en we rijden over een soort pad van grind en grotere brokken steen. Het stijgt hier ook flink: er zitten stukken van boven de 10% tussen en dat is op de weg al geen feest, maar onverhard valt dat helemaal vies tegen! Het is erg zwaar, maar tegelijk ook vreselijk mooi om hier te rijden.



De laatste twee kilometer van het MTB stuk zijn bijna vlak en dan is het echt volop genieten! Bij de Tournant de l'Anglais (1 km. boven Mont Serein) staan we even te bellen en te wachten voordat Ruud arriveert met de bus. We wisselen de MTB weer in voor de racefiets en hijsen onszelf weer in het zadel voor de laatste 6 kilometer over de weg.

Op de top staan we heel even te genieten van de prestatie die we geleverd hebben en dalen vervolgens met de racefiets af naar Malaucène. Vandaar is het nog maar een klein stukje naar huis.
Eigen conditie:goed
Track conditie:rocky
Weer:droog en zonnig, 28°C
Resultaten:85,5km / 4:41:04u / 4266kCal