Op 18 januari 2010 om klokslag 12:00 uur ‘s middags begon de voorverkoop van de startbewijzen voor de Amstel Gold Race. Van
twee jaar geleden wist ik nog dat je daar snel bij moest zijn, maar dat er dit jaar binnen 40 minuten 12.000 startbewijzen uitverkocht waren, overtrof zelfs de stoutste verwachtingen van de organisatie. Gelukkig wisten
Gert Jan en ik er beiden wel één te bemachtigen.
Zaterdag 17 april is de grote dag. Ten opzichte van twee weken geleden (bij de
Ronde van Vlaanderen) mogen we een uurtje uitslapen: de wekker loopt nu “pas” om 3:00 uur af. Het recept is verder vergelijkbaar: via Driebergen rijden we richting start, dit keer in Valkenburg. Net buiten het dorp worden we een weiland in gedirigeerd waar we de auto parkeren. Snel omkleden en wegwezen, want het is echt vreselijk KOUD: de dauw op het gras is aangevroren!!
Door het weiland rijden we naar beneden; zodra we de verharde weg opdraaien hoor ik een hard, sissend geluid: mijn voorband is lek. We zijn nog geen 100 meter onderweg, sterker nog, we zijn officieel nog niet eens van start gegaan!! Er blijkt een forse scheur in mijn buitenband te zitten; daar kan ik niet op verder. Gelukkig heeft Gert Jan een reserve buitenband bij zich.
10 Minuten later storten we ons alsnog, verkleumd tot op het bot, de afdalinginrichting Valkenburg . De start is aan de voet van de Cauberg bij de
Amstel Gold Race Xperience. Na een kop dampend hete koffie ontdooien we een beetje en voelen we ons weer prima. Nu kunnen we echt van start.
De route bestaat uit twee “rondjes”; de eerste lus voert ons over de
Geulhemmerberg langs de Maas in noordelijke richting . Onderweg haken we aan bij een groepje Spanjaarden; ze rijden niet alleen een lekker tempo, maar ook redelijk gelijkmatig: niet vol gas op elke bocht afstuiven en dan als een dwaas na de bocht weer op de trappers lopen.
Vlak voor Elsloo waarschuw ik Gert Jan voor wat er komen gaat, maar de Spanjaardjes slaan niets vermoedend rechtsaf en staan, volledig verkeerd geschakeld, geparkeerd onderaan de voet van de
Maasberg. Dit is één van de weinige ECHTE muren die Nederland rijk is, compleet met kasseien, een kerk onderaan en kapelletje bovenop. En kasseien, dat kunnen wij sinds twee weken geleden!
De kasseien liggen er hier ook nog eens netjes bij, in vergelijking met hun Vlaamse equivalent, dus wij “vliegen” de muur op. In het voorbijgaan horen we de Spaanse tandwielen knarsen en de Spanjaarden zelf kraken, zuchten en schelden er ook lustig op los. Op een stukje van nog geen 500m rijden we ze niet alleen voorbij, maar we zien ze ook pas weer terug bij de volgende verzorgingspost, ruim 30km verderop. Inmiddels hebben we er dan 51,6km opzitten en hebben we ook de
Adsteeg en de
Lange Raarberg achter de kiezen.
Na de bevoorrrading slingeren we via Nuth, Hulsberg en Voerendaal richting Ubachsberg. Daar wacht ons eerst de
Wachelderberg en na een lange, brede afdaling de
Fromberg. In Valkenburg krijgen we de gelegenheid om de bidons en achterzakjes weer te vullen bij de tweede verzorgingspost.
Via min of meer dezelfde route als eerder deze ochtend verlaten we Valkenburg weer en we mogen voor de tweede keer de
Geulhemmerberg op. Nu gaan we bovenop linksaf in plaats van rechts. In de afdaling worden we enigszins gehinderd door drie Belgen die wachten op hun maatje. Zodra we de kans krijgen steken we ze voorbij, maar niet voor lang.
Even verderop, in de afdaling van de
Bemelerberg, komen de Belgen, met z’n vieren dit keer, ons weer voorbij en we haken aan. In eerste instantie lijkt het wel lekker te gaan, maar al snel komen we er achter dat deze mannen heel anders rijden dan onze Spaanse vrienden van vanochtend. Na elke bocht is het vol gas: hier wordt serieus koers gemaakt! Al snel vliegen we met een kilometer of 40 per uur door het Limburgse landschap. Ten minste, ik neem aan dat dat landschap er nog ligt; ik heb het zo druk met het laatste wiel te houden dat ik er niets meer van meekrijg….
In de buurt van Noorbeek is bij mij de pijp helemaal leeg. Ik haak af. Gelukkig staat even verderop Gert Jan op me te wachten. Wat nu volgt is 20km lijden. Ik ben te diep gegaan en het duurt lang voordat ik daar weer een beetje van hersteld ben. Gelukkig is dit deel van het parcours “vlak”, dat wil zeggen: het gaat net zo veel op en neer als elders, alleen mogen de hellingen hier geen naam hebben.
Na de derde ravitaillering komen we pas weer de volgende benoemde helling tegen: de
Loorberg. Toen ik vorig jaar samen met Raphaël Limburgs Mooiste fietste, hebben we hier ook gefietst, maar toen werden we niet via de hoofdrijbaan, maar via het
Kersenpad naar boven gestuurd. Toen ik deze “shortcut” aan Gert Jan voorstelde, was de beslissing snel genomen: gem 5% over de grote weg klinkt lang niet zo stoer als max 15% over een slecht geasfalteerd geitenpad, dus wij nemen de kortste, en dus steilste, weg naar boven. Of dit verstandig is, valt te betwijfelen, maar leuk is het zeker!!
Bovenop de
Schweiberg stoppen we even om overtollig geworden kleding uit te trekken en in de rugzak te proppen. Het is inmiddels zo warm geworden dat we makkelijk zonden arm- en beenstukken kunnen. Hierna duiken we België in. Hier krijgen we de Kasteelstraat en het
Bovenste Bosch voor de wielen; allebei serieuze beklimmingen, maar ze worden niet benoemd in het routeboek van de Amstel Gold Race…
Terug in Nederland rijden vanuit Epen de
Camerig op, met bijna 4,5km de langste beklimming van Nederland. De afdaling voert ons nogmaals België in en via het
Drielandenpunt draaien we weer terug Nederland in.
We dalen af naar Vaals, klimmen weer terug het Vijlener Bos in (top van de Camerig, maar nu vanaf de andere kant en NEE, ook deze beklimming staat niet in het routeboek). Vervolgens staat de vierde verzorging op het programma. We kunnen hier duidelijk merken dat de 150km-rijders hier voor ons langs gekomen zijn: de tafels met eten en drinken zien eruit alsof er een zwerm sprinkhanen overheen getrokken is. Het hout is nog net niet aangevreten….
Vlak na de voederpost mogen we direct aan de beklimming van de
Kruisberg beginnen. Bovenop de Kruisberg staan we even van het uitzicht te genieten en zien dan in de verte de Eyserbosweg al liggen. Dit is duidelijk het begin van de finale: de hellingen volgen elkaar hier in rap tempo op.
We dalen af naar Eys, slaan links- en direct weer rechtsaf en staan meteen aan de voet van de
Eyserbosweg. Tijdens de klim worden we aangemoedigd door een buslading toeschouwers die vast komen oefenen voor de race van morgen. Boven gekomen draaien we via Simpelveld / Huls (over de
St.Remigiusstraat) noordwaarts richting Heerlen. Gert Jan heeft als gevolg van de langzaam dalende temperatuur intussen flink last van zijn rechter knie gekregen, dus we stoppen voor de beklimming van de
Bergseweg in Ubachsberg even om weer wat extra kleding aan te trekken.
De afgelopen 40km heb ik met pap in de benen gereden, maar juist nu (na 220km) begin ik die dip langzaam teboven te komen. Werderom volgt nu de lange brede afdaling, de haakse bocht naar rechts en dan direct de beklimming van de
Fromberg. Die loopt vanmiddag, met 225km in de benen, tot mijn grote verbazing zelfs nog lekkerder dan vanochtend. Bovenop bel ik, net als twee jaar geleden, weer even naar huis, zodat de familie zich voor de PC kan nestelen: zometeen zijn we namelijk live via de webcam te volgen.
Na de afdaling van de Fromberg slaan we linksaf en klimmen via de
Opscheumer (ook niet in het routeboek) richting
Keutenberg. Onderaan staat inderdaad de beloofde webcam. Gelukkig staat de webcam niet zo gericht dat je de heuvel op kunt kijken, want het is weer een waar slagveld: er gaan meer renners te voet naar boven dan op de fiets. Dit is met een max. van 22% dan ook de steilste helling van Nederland! Ik weet zelf natuurlijk wel fietsend boven te komen en de kniepijn van Gert Jan is blijkbaar ook weer over, want hij fietst er weer hard vooruit omhoog.
Bovenop de Keutenberg draaien we rechtsaf en via Scheulder, IJzeren en Sibbe draaien we terug naar Valkenburg. De beklimming van de
Cauberg gaat in een roes: aanmoedigende mensen langs de kant van de weg, een speaker die op de top via een geluidsinstallatie van alles staat om te roepen, even wanen we ons profs. Zij-aan-zij komen we na 250km over de finish.
In de feesttent na de finish bovenop de Cauberg ondervinden we weer de gevolgen van de eerder genoemde sprinkhanen. Al het bier is op! Wat een
blamage voor een evenemet dat wordt gesponsord door één van de grootste biermerken van Nederland. We weten nog wel een broodje hamburgen en een broodje braadworst (beide met veel uien, curry en mayo) te scoren. Aan iets hartigs zijn we echt wel toe na de hele dag Isostar en andere zoete zooi.
Ik heb hier verschillende keren eerder gefietst, zowel de Amstel Gold Race als Limburgs Mooiste, maar zo mooi als vandaag heeft het Limburgse landschap er nog nooit bij gelegen. Hoewel de dag koud begon, heeft het weer de hele dag meegezeten: zon-overgoten, weinig wind en in de middag echte lente-temperaturen. En met de conditie zit het ook wel snor; ik kijk met een goed gevoel terug op een prachtige dag!
Het was opvallend hoeveel we vandaag hebben moeten klimmen zonder dat daar iets over terug te vinden was in de documentatie. Gelukkig fiets ik hier vaker en weet ik van de meeste hellingen de namen zo ook wel. Alles bij elkaar hebben we 3500 hoogtemeters gemaakt vandaag; dat is ongeveer twee keer de Ventoux. En als je het zo bekijkt, was de Amstel Gold Race van vandaag best een heel aardig trainingsritje…
Eigen conditie: | prima, op het vaste dipje na |
Track conditie: | zeer fraai |
Weer: | geweldig! 18°C, wind:O2 |
Resultaten: | 249,8km / 3500hm / 09:20u / 8131kCal |
| route |