Mon(t) Ventoux

7 juni 2008

Reuzen van Vlaanderen


't Is al vroeg dag; om 3 uur sta ik op, want ik heb met Gert Jan afgesproken dat ik hem om 4 uur ophaal in Driebergen. Op weg naar België begint het zachtjesaan te miezeren en ik krijg het angstige vermoeden dat het weer een "echt Belgisch fietsweertje" gaat worden vandaag. Tot in Ronse blijft het regenen en omdat ik op mooi weer had gerekend (de voorspellingen waren: 25 graden en zonnig), heb ik niets langs en warms bij me. Van pure ellende trek ik maar een gewone trui aan onder mijn regenjasje. Vanaf de parkeerplaats fietsen we naar de Grote Markt en gaan we van start.

Direct (2 kilometer na de start) gaat het al los: de Fiertelmeers is met max. 20% de eerte helling. Al snel kom ik erachter dat net als in de Amstel Gold Race mijn versnellingsapparaat hapert. De eerste vijf hellingen moet ik het doen met een half brakke derailleur; gelukkig kan ik wel naar de kleinste versnelling schakelen, want die heb ik hier ECHT nodig. Ik weet niet hoe ik het voor elkaar krijg, maar als ik na de Kluisberg mijn derailleur laat repareren bij de fietsenmaker, blijkt dat min achterpat verbogen is. Gelukkig kan hij het euvel makkelijk verhelpen en voor de prijs hoef ik het ook niet te laten: €2,=

Vanaf de Kluisberg ging de route achtereenvolgens over de Oude Kwaremont, de Paterberg, de Waaienberg en de Koppenberg. De Oude Kwaremont (de eerste beklimming met kasseien) viel me met zijn max. 12% nog wel mee, maar dat ik op de Paterberg (kasseien en max. 20%) fietsend boven ben geraakt, is me werkelijk een raadsel. Wat een kl*te-ding is dat !!!
Op de Koppenberg (kasseien en max. 19%) gaat het mis voor mij. Vlak voor me beginnen er een paar te zwabberen en om te vallen en ik wordt gedwongen om af te stappen. Ik baal als een stekker en loop door het gootje omhoog om andere fietsers zo min mogelijk te hinderen. Als het steilste gedeelte achter de rug is, stap ik weer op, maar het blijft balen!!

Na de eerste bevoorrading volgden de Kortekeer, de Taaienberg, de Eikenberg, de Kapelleberg, de Wolvenberg, de Braambrugstraat, de Abeelstraat en de Molenberg. Deze laatste is op papier niet heel erg indrukwekkend (450m. en max. 14%), maar hij komt vrij onverwacht en begint direct heel steil. Ook het feit dat de kasseien erbij liggen alsof ze van grote hoogte uit een helikopter gepleurd zijn, draagt bij aan de feestvreugde en ook hier is het net als op de Koppenberg een "slagveld". Slalommend tussende de gevallenen weet ik hier gelukkig wel fietsend boven te komen.




Bovenaan meldt Gert Jan dat hij lek gereden heeft en met vereende krachten wisselen we zijn voorband. Terwijl we de spullen daarna weer inpakken klinkt een harde knal. Ik kijk om me heen wie er neergeschoten is, maar het blijkt de band van Gert Jan te zijn. Klapband dus. Gelukkig heb ik nog een reservebandje bij me, dus kunnen we het hele ritueel nog een keer herhalen.

Het regent nog steeds en ik ben door en door koud. Bij de tweede ravitaillering bel ik naar huis. Ik krijg Willem aan de telefoon en vraag hem wat voor weer het daar is. Hij zegt: "het is vreselijk, papa." En net als ik opgelucht adem wil halen voegt hij eraan toe: "het is zo warm dat ik niet eens naar buiten wil." Ik wou dat ik niks gevraagd had.....
Om een beetje op te warmen krijgen we direct na de voederplaats als eertse de Berendries voor de wielen. Hierna volgen de Elverenberg - Vossenhol, de Toepkapel, de Tenbossestraat, de Valkenberg, de Steenbeek, de Steenberg, de Berg ten Houte en de Varent.

Bijna aan het einde van het parcours hakt de Fortuinberg met zijn steilste gedeelte en de extra verrassing boven in het bos er nog even flink in. In de afdaling zien we een akelig verongelukte fietser liggen. Er staat iemand bij hem die me vertelt dat de ambulance onderweg is, dus ik fiets maar door, maar het blijft akelig. Uitendelijk was het alleen nog maar over de Muziekberg en Ten Berge om uitgeput op de Grote Markt van Ronse te finishen.
Zoals het na een MTB-tocht / cyclocross / veldrit betaamt, heeft de organisatie ook hier voorzien in een mogelijkheid om de fiets (en fietser) af te spuiten en dat is hard nodig. Terug bij de auto is er in de sporthal ook de gelegenheid om te douchen en dat is niet alleen nodig, maar ook een weldaad voor het vermoeide lijf.

De organisatie had de tocht beter de "Hel van Vlaanderen" kunnen noemen, want het was een ware slijtageslag. Niet door de afstand, want die was slechts 140 kilometer. Het lag ook niet aan de organisatie, want die was zoals we in België gewend zijn bij de door Lotto georganiseerde tochten, perfect in orde. Er waren drie bevoorradingen waarbij voor iedereen genoeg energiedrank en eten te krijgen was. De route was ook perfect uitgepijld, bij gevaarlijke of onoverzichtelijke punten stond een man/vrouw-in-oranje-jas om te waarschuwen, het verkeer te regelen of de weg te wijzen en bij elke beklimming stonden afstand en stijgingspercentages aangegeven op grote borden.

Nee, het afzien kwam voornamelijk door het slechte weer en de zwaarte van het parcours. Niet alleen omdat het 3000 hoogtemeters waren, maar ook omdat de hellingen elkaar in hoog tempo opvolgden. Vanaf kilometer 2 tot aan de finish was er geen moment om echt te recupereren en ik merkte dat het licht bij mij langzaam uitging. Normaal doe je dan iets rustiger aan, maar dat gaat niet wanneer je, deels over kasseien, stijgingspercentages van 20% moet overwinnen...

Vooral de kasseibeklimmingen waren zwaar door het natte wegdek. Het werd een kwestie van goed sturen en hard doortrappen om niet onderuit te gaan. Ook in de afdalingen was het opletten om niet onderuit te gaan op de modderige wegen. Soms had de tocht meer weg van een veldrit en aan de meet zagen we er allemaal uit als varkens door de opspattende rode vlaamse klei die overal op de wegen lag.

Volgend jaar start ik zeker weer, al is het alleen maar omdat de namen van de Vlaamse Reuzen zo mooi zijn.