Mon(t) Ventoux

17 mei 2008

Limburgs Mooiste


Om drie uur vertrek ik van huis; om kwart voor vier ben ik in Driebergen om Gert Jan op te halen. Als we bijna bij Eindhoven zijn, begint het te spetteren en wat verder richting Limburg houdt het op met zachtjes regenen: het giet nu werkelijk! Dit kan weleens een heel lange dag gaan worden...

Op de (gratis !) parkeerplaats bij Megaland in Landgraaf is het om 6 uur nog erg rustig. Het is nu ook weer droog en na een rondje over de wielerbaan rijden we onder de startboog door. Vol goede moed vertrekken we voor de route van 250 km.

De eerste 30 km van de blauwe lus is het droog. In de eerste 10 kilometer heb ik al meer dan 30 lekke banden gezien en besluit ik op te houden met tellen; hier is geen beginnen aan. Na de tweede beklimming (Putberg) stoppen we even om wat overtollige kleding uit te trekken. Het landschap is hier werkelijk prachtig.



Bij kilometer 40 begint het weer zachtjes te regenen en het gaat steeds harder. Het gaat ook nog wat harder waaien en de gevoelstemperatuur daalt. Het blijft maar regenen. De route loopt hier zoals beloofd bijna helemaal vlak door de grensstreek van Nederland en België; we stayeren lekker door de wind. Bijna op het eind van de blauwe lus rijd ik voor de eerste keer lek. Na wat getwijfel over de te volgen route steken we (naar later zal blijken iets te vroeg) de rode route op en rijden we richting het wisselpunt.

Bij de Bernardushoeve drinken we koffie en eten we kruimelvlaai; we zijn ten slotte niet voor niets in Limburg. De handendroger op het toilet wordt misbruikt om mee in het t-shirt te blazen; we doen nu echt ALLES om weer een beetje warm te worden. Na de koffie stappen we weer op de fiets om aan de rode lus te gaan beginnen. Ik stap direct weer af: de tweede lekke band is een feit.

Op de blauwe lus was het erg rustig. Op de rode lus rijden wat meer groepjes maar ook hier is het niet al te druk. Gert Jan kampt inmiddels (alweer) met een huilend freewheel. In de afdalingen kan hij zijn benen niet stilhouden, omdat dan de ketting volledig slap komt te hangen. Dat beloofd wat op de hellingen die we in de rode lus nog voor de boeg hebben....

Als eerste krijgen we de Eyserbosweg voor de wielen. Die loopt best redelijk; beter dan in de Amstel Gold Race, maar toen kwam 'ie ook pas na 200 km. Omdat ik mijn achterband al twee lek heb gereden en er duidelijk teveel gaten en scheuren in mijn buitenband zitten, laat ik die bij de materiaalpost bovenaan de Eyserbosweg vervangen. Voor het luttele bedrag van €15,= (gedoneerd aan de Clinicclowns) legt de Shimano-meneer er een prachtig Michelin vouwbandje op. Een groot compliment voor de service!

De Dode Man en een stukje verderop de Cauberg lopen ook nog redelijk, maar daarna begint het weer wat te regenen. Ik krijg een DIP van hier tot Alaska en de eerst volgende 30 kilometer zie ik absoluut geen landschap, alleen het wiel van Gert Jan. Na de eerste klim in de Voerstreek (Rullen), stoppen we even om te eten en drinken. Ik maak van de gelegenheid gebruik om mijn rug wat te rekken, want die begint weer danig zeer te doen. Ik heb het gevoel dat het rekken misschien wel helpt...

De eerst volgende beklimming is de Grijze Rots (800 m. / gem. 7,5% / max. 12%); ik zie de klim niet aankomen en moet eraf, omdat ik helemaal verkeerd geschakeld sta. Na wat gehannes met het versnellingsapparaat klim ik weer op de fiets en kom alsnog fietsend boven. Dit is goed voor de moraal! De Kosenberg is nog veel erger, maar omdat de klim wat geleidelijker begint, gaat het schakelen nu beter. Dit is veruit de heftigste klim van de dag. Op papier lijkt het allemaal niet zo erg: 700m. / gem. 8% / max 17%, maar in praktijk valt dat vies tegen. Wat een kuitenbijter!!
Het feit dat ik vrij vlot boven kom, helpt me helemaal over de dip heen. Dat het inmiddels droog is en het zonnetje er zelfs af en toe heel flauw doorheen piept, draagt daar natuurlijk ook aan bij.

Hierna draaien we weer richting Nederland, waar de Camerig en de Vaalserberg op het program staan. Lekker lange beklimmingen die ook wer erg lekker lopen. Bovenop de Camerig blijkt dat ook Gert Jan lek kan rijden. De afdaling van de Vaalserberg is echt ronduit belachelijk! We worden over een blubberpad door het bos gejaagd dat in een mountainbike route niet zou misstaan. Gelukkig is het niet al te druk, want dan zouden hier de grootste ongelukken kunnen gebeuren. Eén voordeel: ik hoef in de afdaling nooit om te kijken of Gert Jan er nog achter zit; die hoor ik van verre aankomen: HOEEEEEEEEEEEEEEEEEIIIIIIIIIIIIIIIIIII zegt het freewheel dat niet meer free wheelt.

We draaien na Vaals Duitsland in richting Aken. In de aanloop naar de Rohrberg worden we nog even getrakteerd op een onvervalst stukje kasseienkklim: prachtig om te doen! In de voorlaatste klim (Bouwerweg Huls) weet ik nog een derde keer lek te rijden; ik ben door mijn reservebandjes heen, maar gelukkig heeft Gert Jan er nog één. Hierna gaat het "licht geaccidenteerd" naar de finish. Resultaat: 240,4 km en 3090 hoogtemeters in exact 10 uur tijd.

Na afloop halen we eerst onze medaille op en scoren daarna een broodje vette braadworst en een pils. Die kunnen we wel hebben; ik heb vandaag ruim 7500 kCal verstookt. De douche daarna is werkelijk de lekkerste douche die ik ooit heb gehad! Dat was trouwens ook wel nodig, want mijn benen waren echt ZWART van al de opgespatte bagger.

Dit was mijn eerste keer Limburgs Mooiste en heb mij erg verbaasd over de paden waarover we werden gestuurd. Het was echt een prachtige route, ik vraag me alleen af of de naam niet Limburgs Natste had moeten zijn.....

12 mei 2008

Elfstedentocht

Gert Jan komt me (monsterlijk vroeg) ophalen en samen rijden we naar Bolsward. Raphaël arriveert iets later, zodat we uiteindelijk om kwart over zeven een aanvang kunnen maken met de Elfstedentocht. Het weer is werkelijk schitterend, maar zo 's morgens vroeg is het nog wel wat fris. Na 30 kilometer is het echter zover opgewarmd dat de jasjes uit kunnen.



Heel veel wind staat er ook nog niet, dus we kunnen een lekker tempo aanhouden. Totdat we Harlingen binnen rijden en we achteraan moeten sluiten voor een stempeltje. Met zeker 2 kilometer per uur sjokken we een kilometer lang de binnenstad door; dit is niet goed voor ons gemiddelde.

De benen voelen super en hele einden halen we (op dit parcour hoogst illegale) snelheden van tussen de 35 en 40 km/uur. Vooral op het stuk van Dokkum via Leeuwarden terug naar Bolsward gaat het (met de wind in de rug) erg lekker. Bij het binnenrijden van Bolsward stuiter ik iets te hard over een drempel en rijd ik zo mijn voorband lek. Bij de stempelpost krijgen we hete kippesoep. "Wie heeft dat verzonnen met dit weer?", denk ik eerst, maar even later blijkt dat ook bij 30 graden kippesoep erg lekker is en ook nog heel goed om het vocht en zout aan te vullen.

Ook de tweede lus via Sneek, IJlst en Sloten loopt lekker. Totaan Stavoren gaat het (nog altijd met de wind schuin achter) erg fijn, maar daar komt rap verandering in. Vanaf Stavoren via Hindelopen en Workum terug naar Bolsward hebben we de wind alleen nog maar tegen en het gaat nu niet makkelijk meer. Ook de ruim 200 kilometer die we inmiddels in de benen hebben, zijn goed te voelen. Kop-over-kop rijden we richting de finish. De finish in Bolsward maakt alles goed. Over een lengte van een paar honderd meter staan de mensen rijen dik achte de dranghekken te juichen voor alles wat voorbijkomt op iets dat op een fiets lijkt. Echt geweldig!

Na de finish merk ik dat er zich een laag zout heeft gevormd op mijn huid. Niet zo verwonderlijk aangezien het de hele dag strakblauw en, met een temperatuur oplopend tot 30, graden erg warm is geweest. Werkelijk een schitterende tocht onder sublieme weersomstandigheden. Dat vertaalt zich ook in de gemiddelde snelheid van 28 km/uur, waarbij dus ook de stukken "klunen" bij het stempelen en de open bruggen meegeteld zijn. Ik heb me wel oprecht zitten verbazen over de bont uitgedoste menigte die we hier hebben zien fietsen en de rijwielen waarop dat soms gebeurde: sport- en racefietsen, gewone fietsen, maar ook tandems (waarvan één rug-aan-rug), en zelfs een paar hand-bikers. De leeftijd liep uiteen van 8 tot 80. Ik heb groot respect voor iedereen die deze tocht op zijn / haar eigen manier heeft uitgefietst.

2 mei 2008

Cinglé du Mont Ventoux



Na 1991 heb ik niet meer op een racefiets gezeten, totdat ik eind mei 2007 weer met het virus besmet raakte. In september van datzelfde jaar ben ik met een aantal collega's in uiterst barre weersomstandigheden één keer vanuit Bedoin naar naar de top van de Mont Ventoux geklommen. Dit jaar ging ik voor de Cinglé!

Vrijdag 2 mei 2008

7:30 We komen aan in Malaucène. Fiets uitpakken, fietskleren aan, stempeltje halen in de kroeg en starten maar.

7:45 Ik sla de verkeerde weg in en herken niets. Twijfel wordt zekerheid zodra de weg begint de dalen. Navraag bij een Frans boertje leert dat ik inderdaad op een doodlopend weggetje zit, en zeker niet op weg ben naar de top van de Mont Ventoux. Terug naar Malaucène dus.

8:03 Herkansing! Ik sla nu de juiste weg in en begin spontaan van alles te herkennen. Dat geeft een goed gevoel. Het eerste deel van de beklimming loopt lekker. Dan volgt een stuk met hellingspercentages van 10 tot 12% en dat is te voelen ook. Dit stuk loopt voor geen meter! Als dit maatgevend is voor mijn vorm van vandaag, weet ik nog niet of ik straks het bos vanuit Bedoin wel overleef.



Zohra en de kinderen staan regelmatig langs de kant van de weg om me aan te moedigen en dat helpt! Bij Chalet Liotard draait Zohra om en gaat vast op weg naar Bedoin want net na het chalet is de "Route barré" en er zijn er blokken dwars over de weg gezet om het verkeer tegen te houden. Op de fiets kan ik erlangs. Na de eerste bocht moet ik ook nog onder een slagboom doorkruipen. Vanaf hier ligt er vrijwel overal sneeuw langs de kant van de weg, maar de weg zelf is vooralsnog sneeuwvrij. De laatste twee kilometer is het toch stappen geblazen; de sneeuw ligt hier nog zeker 10 centimeter dik op de weg. Vanaf de laatste bocht naar het observatoir is de weg weer vrij zodat ik toch fietsend de top kan bereiken.

10:30 Dat is één. 2,5 uur inclusief wandelen; ik mag niet ontevreden zijn. Ik trek mijn windbreker aan, zet mijn helm op en duik meteen de afdaling in. In een half uur zoef ik naar Bedoin. Massa's mensen komen me tegemoet; het is druk op de berg vandaag.

11:02 Ik tref Zohra en de kids op een parkeerplaats in Bedoin. Mijn linker schoenplaatje heeft het tijdens de wandeling door de sneeuw begeven. Gelukkig heeft de plaatselijke fietsenmaker nog een setje liggen. Ook het stempeltje haal ik daar. Na wat prutswerk aan mijn schoenen kan ik aan de tweede klim beginnen.

11:52 Rustig pedalerend rij ik naar Saint Estève en draai daar linksaf het bos met pijnbomen in. Na een kilometer weet ik het weer: dit is inderdaad een PIJNbos. Maar vergeleken met de vorige keer gaat het echt stukken beter: ik kan bjina het hele bos door 8,5 à 9 km/u blijven fietsen en ik passer meer fietsers dan dat ik word gepasseerd. En bij de meeste keren dat Zohra en de kids staan aan te moedigen heb ik zelfs nog een beetje lucht over om iets terug te zeggen.



Bij Chalet Reinard pak ik een momentje rust. Tot nu toe gaat alles veel beter dan ik verwacht had; nu het maanlandschap nog. Ook dat loopt in eerste instantie erg lekker. 7% voelt weldadig na 10 km van 10%. Na de eerste bocht is het zicht op het observatoir echt fantastisch. Het hele maandlandschap lang lukt het me om 9 à 10 km/u te rijden. Ik zwaai nog even naar Tom; die heb ik net op weg naar beneden gemist. De laatste bocht en dan dat "leuke stukje" 11% en ik ben boven.



14:04 Dat is twee! 2:12 - 4 minuten rust bij Chalet Reinard = 2:08: wederom tevreden! Windbreker aan en helm op en afdalen naar Sault. Deze afdaling is na Chalet Reinard eigenlijk heel vervelend. Het gaat net niet steil genoeg dus ik moet constant bijtrappen. Tot overmaat van ramp moet ik de laatste kilometer naar Sault ook nog klimmen! In een kroeg scoor ik een stempeltje en hijs me op de fiets voor de laatste klim.

15:10 Zohra rijdt vanuit Sault hele stukken naast of vlak achter me en ik laat de trappers rondgaan op het ritme van de muziek van Chipz!, de favoriete CD van de kids. Het gaat hier steiler dan ik me uit de afdaling kan herinneren en mijn rug doet pijn. Ik beloof mezelf een kleine pauze als ik op de helft van Sault naar Chalet Reinard ben. Vervolgens bedenk ik dat dit de "mietjesklim" wordt genoemd en vraag me af wat ik dan ben als ik hier niet in staat ben om met een beetje tempo omhoog te fietsen. Dat ik al 100 km en meer dan 3000 hoogtemeters in de benen heb vandaag, dringt op dat moment even niet tot me door. Het is als zovaak: klimmen en logisch denken gaat niet goed samen. Ongeveer op het punt waar ik mijn pauze gepland had, staat Zohra met de auto op een parkeerhaventje; komt dat even goed uit. Ik recht mijn rug (alsof dat nu nog helpt) en eet en drink nog wat. Hierna gaat het verrassend makkelijk. Komt natuurlijk omdat het hier wat afvlakt, maar toch. Totaan Chalet Reinard fiets ik vrij makkelijk door met snelheden van vaak meer dan 20 km/u. Bij Chalet Reinard gun ik mezelf nog een paar minuten rust om moed verzamelen. Dan gaat het weer het maanlandschap in.



Het doet nu echt pijn. Voor me fiets een Belg. Ik bijt me vast in zijn wiel. Zijn vrouw staat op dezelfde punten aan te moedigen als Zohra. Na drie bochten moet ik hem laten gaan. "Klimmen moet je in je eigen tempo doen", zeg ik tegen mezelf, maar eigenlijk zit ik er gewoon doorheen. Mijn rug doet nu serieus PIJN! Ik moet mezelf nu echt dwingen om door te fietsen. Hoewel, met fietsen heeft dit niets meer te maken. Bij Tom stop ik nog even; even uithijgen en mijn rug rechten. Nu nog anderhalve kilometer. Op pure wilskracht. Ik zwalk de laatste bocht om en hark tegen het laatste stukje 11% op. Op mijn tandvlees sleep ik mezelf over de streep en steek drie vingers in de lucht. Zohra en de kids staan voor me te juichen!



17:30 En dat is DRIE!! Na heel even misslijk over mijn stuur gehangen te hebben, begint het besef door te dringen dat ik het gehaald heb. Ik ben nu officieel een malloot! Cinglé du Mont Ventoux. Jas aan, windbreker aan, helm op en eerst twee kilomter stappen door de sneeuw.



Verderop nog even onder de slagboom door en langs de afzettingsblokken; dan kan de echte afdaling beginnen. Wat een heerlijke racebaan is dit toch. Ik zit volop te genieten en kan het niet laten om bij het passeren van het bordje 12% keihard uit te roepen: "Bommetjeeeee....". Het gaat met 78 km/u dan ook tamelijk hard hier. Ik blijf grijnzen, ook als ik de vliegen tegen mijn tanden kapot voel spatten; opeens is fietsen weer leuk! Heelhuids weet ik uiteindelijk Malaucène te bereiken; ik klok af op 18:30.
Ik leg mijn fiets in de auto en geef Zohra en de kids een knuffel; hun steun de hele dag door was echt geweldig; dat heeft me er op de heel slechte momenten echt doorheen gesleept.

Het heeft me uiteindelijk anderhalf uur minder gekost dan ik vantevoren ingeschat had. Monsieur Pic had in zijn brief geschreven dat de Mont Ventoux aan niemand kadootjes geeft, maar met het weer heb ik wel vreselijk mazzel gehad. Met in het dal een temperatuur van 25 en op de top van ca 15 graden en de hele dag nauwelijks wind heeft in ieder geval zeker niet tegen gezeten.

Op de terugweg in de auto zeg ik uitgeput tegen Zohra: "Dit doe ik nooit meer, drie keer op één dag de Mont Ventoux". Even blijft het stil en dan vraagt ze liefjes: "Volgende keer ga je voor de vier keer, bedoel je?" Dat bedoelde ik niet, maar .... Ik vouw mijn trui onder mijn hoofd en doe mijn ogen dicht; ik geef nu nog even geen antwoord...